Nederlands Visserijbeleid

Het Nederlands visserijbeleid voor de kust en de binnenwateren zegt zich te richten op
verduurzaming van de visserijsector. De overheid, de visserijsector en de Europese Unie
proberen samen nieuwe vismethodes te ontwikkelen. Bijvoorbeeld vismethoden die de
bodem met rust laten en ongewenste bijvangsten voorkomen. Aldus de overheid.
De overheid subsidieert beginnende vissers voor de aanschaf van een vissersboot.
Vanwege corona was er in 2020 bijna geen afzet, met name in de horeca. Vissers konden
gebruik maken van de stilligregeling, subsidie van het ministerie van LNV.
Van de huidige minister hoeven we met betrekking tot vissenwelzijn niet veel te verwachten.
Anderhalf jaar geleden ‘vergat’ ze zelfs de vissen in haar brief vanwege dierendag aan de
Kamer.

De Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) presenteerde op 7-3-2018 een zienswijze,
met ook aandacht voor vissen. De Nederlandse wet erkent vissen als wezens met gevoel,
waarvoor een zorgplicht geldt.
Het gaat in het rapport niet alleen over visvangst, maar ook over de handel en over het
houden van siervissen en het gebruik als proefdier.
De Nederlandse Vissersbond reageerde direct met een opiniestuk (maart 2018), waarin
wordt beweerd dat er nog geen eenduidig antwoord is op de vraag of vissen bewust pijn en
leed kunnen ervaren en dat er wetenschappelijk bewijs nodig is om vissen pijnloos te doden.
Dat is er, maar de vissers negeren het. Een visvriendelijker omgang vraagt ‘aanzienlijke
investeringen’, ‘aanpassing van de bedrijfsvoering’ en moet ‘vormgegeven (worden) op
internationaal niveau om oneerlijke concurrentie te voorkomen’. Van de Vissersbond valt
voorlopig niks te verwachten.

De minister van LNV

Op 4 oktober 2018 (dierendag!) reageerde de minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit aanvankelijk veelbelovend op de RDA in haar brief aan de Tweede Kamer.
Ze wijst erop dat dieren net als mensen recht hebben op hun bestaan. Zij hebben een
intrinsieke waarde vastgelegd in de Wet Dieren en dit is het uitgangspunt van haar beleid(!).
We moeten de dieren om ons heen beschermen en dieren die wij houden of verzorgen een
goede behandeling geven. ‘Goed voor dieren zorgen is voor iedereen een morele plicht’.
Daarna?
Volgens het Vibeg-akkoord van 2017 is 10%, later te verhogen tot 17,5%, van de
Noordzeekustwateren afgesloten voor visserij. Voor de Waddenzee hebben de vissers het
Vis-Wad-akkoord afgesloten, 6,5% van de Waddenzee dat permanent onder water staat
wordt niet bevist. De overheid kan dit gebied alleen vergroten door vergunningen van
garnalenvissers op te kopen. Het Waddenfonds heeft hiervoor tienmiljoen euro, volgens de
vissers te weinig.

Al eerder wilde Schouten de visserij in het IJsselmeer duurzaam maken. Er mag niet meer
gevangen worden dan er aanwas is (Agenda IJsselmeergebied 2050). ‘De gekozen
maatregelen leiden tot een kleine, economische gezonde sector met stabiliteit in de
opbrengsten. Overblijvende vissers hebben toekomstperspectief en degenen die stoppen
ontvangen daarvoor een passende tegemoetkoming’ (Brief minister van LNV, 25/3/2019).
Een maand later berichtte ze dat haaien en roggen beschermd moeten worden inclusief die
in de Caribische wateren. Ze dreigen uit te sterven door overbevissing, ook  door
sportvissers, hoewel die ze terug zetten na vangst. Europese vissers moeten daarom
(minstens) drie jaar lang roggen en haaien direct terugzetten. De aanlandplicht geldt niet
voor deze dieren.

Volgens het kamerlid Van Kooten (toen nog PvdD) doet Nederland te weinig aan de
overbevissing. Maar volgens minister Schouten valt dat erg mee en maakt ze zich sterk voor
de afspraken in het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) van de EU.

Nederland botst met de Europese Commissie over de kottervisie. De Commissie wil minder
kotters dan ons land heeft, er moet dus ingekrompen worden.
De kabeljauw in de Noordzee komt minder voor dan gedacht door foute tellingen en
overbevissing, daarom wil de EU een grote reductie. Nederlandse vissers vissen weinig op
kabeljauw, maar een lager quotum is wel een probleem, omdat er dan minder geruild kan
worden tegen andere vissoorten met bijvoorbeeld Noorwegen.
In 2019 is de flyshootvisserij op de Doggersbank voor drie jaar verboden om de
onderwaternatuur te beschermen (flyshootvissen is vissen achter het schip met lijnen met
daaraan een net en touwen die over de bodem rollen en stofwolken veroorzaken die de
vissen opschrikken zodat ze ervoor blijven uitzwemmen en bij het binnenhalen
samengedreven kunnen worden naar de netopening). Nederland was het niet eens met het
verbod.
In februari 2020 vraagt Wassenberg van de PvdD zich af waarom de minister de bodem
beroerende visserij niet aan banden legt en waarom het gebied waar gevist mag worden in
de Noordzee niet wordt verhoogd tot 17,5% zoals beloofd. Hij wil ook dat verdoving voor de
slacht verplicht wordt, zowel in kwekerijen als op schepen.
In de toelichting op de begroting voor 2020 gaat het enkel over de economische belangen
van vissers. Daar komt wel wat ecologie bij kijken, zoals verduurzaming, verbetering van de
visstand, bescherming van de bodem, tegengaan van bijvangst, maar geen woord over het
welzijn van de vis.

Overbevissing zorgt ervoor dat der steeds minder vis te vangen valt en dat die duurder
wordt, wat het toch aantrekkelijk maakt te blijven vissen. Bijna 85% van de visbestanden,
wordt volgens de FAO volledig bevist of overbevist. Volgens Pauly en Zeller neemt de
visvangst jaarlijks met 1,22 miljoen ton af (‘Catch reconstructions reveal that global marine
fisheries catches are higher than reported and declining’ in Nature Communications, 2016).
Sportvisserij Nederland meldde in 2015 dat Nederland nummer 3 is op de lijst van
overbevissing en vindt het schrikbarend dat Europese ministers 20% overbevissing – tegen
wetenschappelijk adviezen in – toestaan.

Vangen en doden

Laten we tot slot kijken hoe de vis gevangen en gedood wordt. De Stichting
Vissenbescherming zegt er (ingekort) het volgende over:
`In de wetenschap wordt tegenwoordig algemeen erkend dat vissen dieren zijn met een goed
ontwikkeld zenuwstelsel en hersenen. Ze kunnen hiermee heel goed pijn, stress en angst
ervaren. Dit geldt ook voor veel andere, met name ongewervelde zeedieren, zoals kreeften,
krabben en inktvissen. Deze zeedieren hebben allemaal veel te lijden onder de vangst- en
dodingsmethoden die in de visserij worden toegepast.
De meeste vangstmethoden in de visserij, vooral in de zeevisserij, gaan gepaard met
enorme bijvangsten, veroorzaken veel verwondingen aan de vissen en bezorgen hen
aanzienlijke angst, stress en pijn.
De bekendste vangstmethode is die waarbij een schip een reusachtig net achter zich aan
sleept waarin de vissen worden samengedreven en urenlang worden meegesleept. Deze
methode is gebruikelijk in de pelagische visserij, die zich richt op vissen die in grote scholen
zwemmen. ()
Bij het langelijnvissen worden kilometerslange kabels met daaraan duizenden zijlijnen met
van (vaak levend) aas voorziene haken in zee neergelaten. Grotere vissen happen daarnaar
en zitten vervolgens aan een haak vast. Ze worden vaak over honderden kilometers levend
meegesleurd en onderwijl aangevallen door roofdieren. Hun lijdensweg kan vele uren duren
tot meer dan een dag.
Ook het staand want, een visnet dat als een muur in het water wordt neergelaten, is een
martelwerktuig voor vissen die daar vaak uren- en dagenlang in verstrikt raken voordat ze uit
hun lijden worden verlost. Bovendien komen hierin ook grote aantallen vogels () op een
ellendige wijze aan hun eind. Het staand want wordt ook in de binnenvisserij gebruikt.
In Nederland richten veel vissers zich op de bodemvisserij. Met hun boomkor hebben ze
heel veel schade aangericht aan het leven op de zeebodem.

De enige manier om vissen snel en pijnloos te laten sterven is door ze te verdoven en/of
hersendood te maken. Bij de thans in Nederland en elders in de wereld gangbare methoden
gebeurt dat niet: de hersenen van de vissen blijven intact, waardoor het stervensproces erg
lang duurt.
De volgende zeer dieronvriendelijke dodingsmethoden worden in de visserij toegepast:

  1. Verstikking. () Een vis gaat niet snel dood wanneer hij op het droge gebracht wordt.
    Haringen zijn bijvoorbeeld pas na ongeveer 35 minuten gestikt, kabeljauwen en wijtingen tot
    na 60 minuten. Tongen en schollen doen er nog langer over. Ze kunnen er ongeveer vier uur
    over doen om dood te gaan.
  2. Strippen. Het strippen houdt in dat de vis levend en wel wordt opengesneden om de
    organen en het bloed te verwijderen. De vis gaat hierdoor echter niet onmiddellijk dood.
    Haringen, tongen en scharren kunnen hierna nog tot 10, respectievelijk 30 en 35 minuten in
    leven blijven. Schollen houden het maximaal 50 minuten uit.
  3. Verstikking samen met strippen. Deze methode houdt in dat de vissen eerst gedurende
    7 tot 20 minuten ’stikken’ in de lucht, waarbij ze dus niet doodgaan omdat hun hersenen
    intact blijven. Vervolgens worden ze, nog levend, ontdaan van hun organen en bloed. Ze
    leven dan nog 10 tot 30 minuten totdat de dood intreedt.
  4. Het op ijs of in ijswater leggen. Dit is de meest gebruikte techniek op dit moment, maar
    vissen blijven daarbij nog lang in leven omdat zij goed in staat zijn hun energie te
    concentreren in hun hersenen en verder doodstil te liggen, waardoor het lijkt alsof ze niet
    meer leven. Hersenscans hebben bewezen dat vissen zo tientallen minuten in leven kunnen
    blijven. ()
  5. Levend koken. Deze methode wordt specifiek bij schelp- en schaaldieren toegepast. Het
    koken van kreeften en krabben is hiervan het bekendste voorbeeld. Uit wetenschappelijk
    onderzoek blijkt dat de dieren niet onmiddellijk dood zijn wanneer zij in het kokende water
    terechtkomen. De tijd gedurende welke ze pijn lijden wordt langer naarmate de dieren meer
    gewicht hebben en kan wel acht of meer minuten duren. Naar wat het levend koken betekent
    voor mossels en oesters is nog nauwelijks onderzoek verricht.`

    Een kwalijke praktijk is het dumpen van visgerei, waarin duizenden vissen verstrikt raken en
    omkomen. Karin Bilbo van World Animal Protection Nederland vindt dat bedrijven te weinig
    doen om ‘spookvistuig’ te voorkomen of te verwijderen, hoewel een aantal van hen het
    redelijk goed doet in Nederland. De Europese visserijorganisatie Europeche breekt
    weliswaar een lans voor de vissers, maar zegt dat er veel oud materiaal in de zee zit.

    Tenslotte een door ons gemaakte schatting van het aantal vissen en andere waterdieren dat
    ten slachtoffer valt aan de visserij. Het CBS geeft de vangsten per kilogram, wij hebben een
    schatting van het gewicht gemaakt en kwamen zo tot het aantal dieren: totaal 6,5 miljard per
    jaar.

    Visvangst 2017
Aangevoerde hoeveelheid 2017 van:X 1 000 kgGewicht Aantal x 1000
Europese kreeft800,6133
Griet9308116
Noordzee garnalen118550,00353387143
Noordzee krab12714,5282
Langoustine (Noorse kreeft)19710,0165119455
Mossel439680,022198400
Oester22410,02112050
Kabeljauw6275,5114
Rode poon34206570
Schar186611866
Schelvis1279,214
Schol322093,88476
Tarbot201514144
Tong92341,65771
Wijting12751,7750
Zeebaars1396,621
Gekweekte paling20003667
Overige kweekvis2.9213974
Blauwe wijting (bevroren aangevoerd)122 7560,83147899
Haring (bevroren aangevoerd)152 0061152006
Horsmakreel (bevroren aangevoerd)42 432221216
Makreel (bevroren aangevoerd)7.6 0993,422382
Sardines (bevroren aangevoerd30 2930,13233023
Totaal aantal dieren6.413.472
Oftewel x 10006.413.472.000
(statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=83622NED)

‘Volgens de ‘boekhoudkundige’ jaarafsluiting ‘Visserij in Cijfers’ was 2020 voor vissers een
rampjaar. De gevolgen van Brexit, corona, windparken en tegenvallende vangsten lieten hun
sporen na. Inmiddels is sprake van een daadwerkelijke crisis. Afgelopen weken piekte de
gasolieprijs. Vissers vrezen aangekondigd stikstofbeleid en een verbod op bodemvisserij.’
(vismagazine.nl, 2-11-2021)
Balcombe noemt in zijn boek ‘Het geheime leven van vissen’ de boomkorvisserij ‘de meest
destructieve en minst selectieve van alle vismethoden’.

Kweekvis

Voor de vis en het milieu is er een nieuw gevaar: de kweekvisserij. Een nieuwe vorm van
vee-industrie.
Er zijn veel ziektes in de kwekerijen. De vissen leven in grote tanks of in afgebakende
gebieden in zee dicht op elkaar, wat op zich al geen leven is. Ziektes verspreiden er zich
gemakkelijk, ze hebben veel last van zeeluizen, ze bevreten elkaar en zijn gestrest omdat ze
geen kant op kunnen. Veel gaan er vroegtijdig dood. Bij meerval loopt dat op tot 20% en bij
paling zelfs tot 50%.
Alle kweekvissen zijn uiteraard bedoeld om te slachten. De meeste vissen worden gedood
door ze op het droge te halen, ze stikken, wat wel een half uur kan duren. Veel vis wordt, net
als op vissersboten, op ijswater gegooid, wat ze een langzame dood oplevert. Het meest
‘humaan’ zijn stroomstoten, maar dat komt het minst voor.
Veel vissen worden levend en onverdoofd open gesneden om te strippen en te kaken en
daarna ingevroren.

Kweekvissen krijgen vooral vismeel en visolie te eten van wild gevangen vissen. Daarnaast
wordt er visvoer gemaakt van insecten of hun larven.
In Nederland zijn de meeste kweekvisserijen lid van de NeVeVi, de Nederlandse Vereniging
van Viskwekers. Zij kweken vooral forel, meerval, claresse, paling, snoekbaars en tarbot.
Keurmerken voor een beter vissenleven zijn er, maar de regels ervoor worden nauwelijks
nageleefd.

Er zijn 192 viskwekerijen in Nederland. Hieronder zijn ook mosselkwekerijen in Zeeland en
Brabant en kwekerijen voor aquaria.

De website van de Vissenbescherming maakt gebruik van cookies. meer informatie

Voor een optimale werking van de website maken we gebruik van cookies. Als u beneden verder gaat op de website zonder uw cookie settings aan te passen, of u klikt op "Accepteer", dan betekent dit dat u het gebruik van cookies accepteert.

Sluiten