Er waren drie sprekers: Han Lindenboom, Hoogleraar in Wageningen UR, Klaas-Jelle Koffeman, kottervisser uit Urk en Marieke Verweij van de ProSea Foundation. Felix Rottenberg leidde de bijeenkomst, er waren tegen de 200 bezoekers. Uit de drie lezingen kwam een verbijsterend beeld naar voren. Het begon al direct met de lezing van Han Lindenboom, die liet zien dat de Noordzee door de intensieve bevissing van de laatste 150 jaar is veranderd van natuurgebied in een visvijver. De Noordzee kende in 1850 een reusachtige oesterbank van 20.000 vierkante kilometer (bijna tweederde van het de oppervlakte van Nederland). In 1914 was de oesterbank helemaal leeggeplunderd, niet alleen de oesters waren verdwenen, maar ook de vele levensvormen die zich op die oesterbank in de loop van duizenden jaren hadden genesteld. In de Noordzee zwommen vroeger grote vissen van enkele meters lang zoals tonijn, heilbot en steur, die door de visserij allemaal zijn verdwenen. De Noordzee zat vroeger vol met roggen, maar ook die zijn allemaal weggevangen. De huidige Noordzee is gedegradeerd tot visvijver. De meeste Nederlanders hebben daar geen weet van en denken dat de Noordzee een stuk pure natuur is. Al 25 jaar geleden heeft Lindenboom voorgesteld om 25% van de Noordzee als natuurreservaat ontoegankelijk te maken voor de visserij. Maar overheid en visserij hebben zich hiertegen met succes verzet en doen dat nog steeds. Ze willen hooguit 15% in de vorm van (te) kleine natuurgebieden sluiten voor de visserij. Greenpeace voert actie voor sluiting van 30% van de Noordzee. In de lezingen van visser Klaas-Jelle Koffeman en Marieke Verweij was weinig te merken van een streven naar vangstvermindering ten behoeve van biodiversiteit. Koffeman was als visser wel bereid om de vangstmethoden te humaniseren, maar stuitte daarbij op het probleem van de vermarkting en de zwakke positie van vissers hierin. De keurmerken voor visprodukten besteden geen aandacht aan het welzijn van vissen. Marieke Verweij van ProSea leek het een goed idee om de Nederlandse consumenten aan te moedigen om meer vis te gaan eten en dat terwijl de wereldbevolking groeit en de visbestanden afnemen. De vissector heeft qua duurzaamheid en dierenwelzijn nog een lange weg te gaan.
Na vijf eerdere succesvolle series over de toekomst van landbouw en voedsel in de Rode Hoed onder leiding van Felix Rottenberg gaan we in deze nieuwe, zesdelige serie stappen zetten naar een toekomstvisie voor landbouw en voedsel in Nederland vanuit mondiaal perspectief.
De consumptie van vis neemt wereldwijd toe, en als het aan voedingsdeskundigen ligt gaan we nog meer vis eten, want vette vis bevat omega-3 vetzuren. Intussen heeft de visserij haar grenzen bereikt of al overschreden. In de Middellandse Zee zijn de meeste vispopulaties gedecimeerd. Maar net als eerder op het land, wordt jagen en verzamelen ingehaald door teelt. Wereldwijd wordt al meer kweekvis gegeten dan wilde vis.
Visteelt kan de natuur sparen, maar ook bijten. In Zuid Azië worden mangrovebossen – bronnen van biodiversiteit en vis – vernield voor de garnalenteelt. Daar staat tegenover dat hier en daar zeereservaten worden gesticht. Ook zij zijn een rijke bron van biodiversiteit en vispopulaties. Obama heeft recent besloten tot een sterke uitbreiding van een zeereservaat in de Stille Oceaan. Ook in de Noordzee zijn reservaten gepland. Windmolenparken kunnen een rijke bron worden van biodiversiteit, schelpdieren en algen.
Is duurzame coëxistentie mogelijk tussen visserij, visteelt en natuur? Kunnen we voor de visteelt lessen leren van de relatie landbouw/natuur? Is intensieve teelt beter dan extensief of juist niet? Is kleinschalige visserij en visteelt duurzamer dan grootschalige? Wat kunnen we als consument doen? Vis met het MSC en ASC keurmerk kopen? Of moeten we minder vis gaan eten en onze omega-3 vetzuren halen uit algen? Hoe kan het Nederlandse visbeleid duurzamer worden?
Sprekers
• Prof. Han Lindeboom, Wageningen UR
• Klaas-Jelle Koffeman, kottervisser
• Marieke Verweij, Pro Sea Foundation