Op onze brief van 30 mei j.l. aan staatssecretaris Dijksma van EZ over vangst en vervoer van krabben richting China hebben wij een onbevredigend antwoord ontvangen. Wij hebben hierop met onderstaande brief gereageerd en die ook aan de Vaste Commissie voor EZ gestuurd met het verzoek om bij het volgende Algemeen Overleg in september hierover met de staatssecretaris in discussie te gaan.
Geachte mevrouw Dijksma,
Wij waarderen het zeer dat wij na onze klacht over een reeks onbeantwoorde brieven van het afgelopen jaar op onze laatste brief van 30 mei j.l. wel een antwoord hebben ontvangen in uw brief van 21 juli j.l.
Over de inhoud van uw antwoord zijn wij echter bepaald niet tevreden: u gaat in zeer algemene bewoordingen om de door ons aangesneden problematiek heen. Wij begrijpen natuurlijk heel goed dat een open discussie over de behandeling van ongewervelde dieren een gevoelige zaak is vanwege de grote belangen die hierbij in het spel zijn. Het is hierbij echter wel geboden om de werkelijkheid zo weinig mogelijk geweld aan te doen.
Om te beginnen moeten wij al bezwaar maken tegen uw opmerking in de openingszin van de brief dat er ‘momenteel heel weinig bekend [is] over ongerief bij ongewervelde dieren’. Er is echter al verschrikkelijk veel bekend, juist ook over het cruciale punt van de pijnbeleving bij deze dieren. Met name bij de kreeften en krabben is in tal van studies en experimenten duidelijk aangetoond dat deze dieren pijn en stress kunnen ervaren. Hierbij zijn dezelfde wetenschappelijke kriteria gehanteerd als bij de gewervelde dieren.
Wij maken er ook bezwaar tegen dat u dit onderzoek kwalificeert als ‘in de kinderschoenen staand’. Dit is absoluut niet het geval. Dit onderzoek naar ongewervelde dieren hanteert dezelfde wetenschappelijke methoden en kriteria als die bij vissen en andere gewervelde dieren gebruikelijk zijn. Alleen het object van onderzoek is anders. Het gaat om dieren die door hun lichaamsbouw, gedrag en uiterlijk verder van de mens afstaan dan de gewervelde dieren en daardoor minder gemakkelijk als sentient beings, als dieren met gevoel en bewustzijn worden ervaren. Er is hier helaas zeker nog sprake van een wetenschappelijk ongefundeerd, niet op experimenteel onderzoek berustend vooroordeel, ook onder sommige onderzoekers. Toonaangevende onderzoekers inzake de pijnervaring van kreeften en krabben hebben recentelijk nog hun collega’s gewaarschuwd tegen dit niet in het wetenschappelijk bedrijf passende vooroordeel over deze dieren.
Het is dit vooroordeel dat er in het verleden toe heeft geleid dat ongewervelde dieren zoals u schrijft in Nederland geen wettelijke bescherming genieten. Dat u desondanks bereid bent om de bij het transport van wolhandkrabben betrokken sector te vragen om hierbij zorgvuldigheid te betrachten, waarderen wij uiteraard. Maar de vraag rijst dan wel wat die zorgvuldigheid volgens u zou moeten inhouden en hoe die zonder enige regelgeving ook gewaarborgd kan worden.
Wij zijn van oordeel dat het niet ethisch verantwoord is om 100 wolhandkrabben dicht opeen samengeperst in een doos als levenloze voorwerpen naar China over te brengen waar ze vervolgens weer een luguber traject richting consument ingaan. Zorgvuldigheid in de omgang met dieren zou dit niet moeten toestaan, ook niet met een ‘betere verpakking’ waarnaar de directeur van het betreffende bedrijf Meromar zegt op zoek te zijn (Visserijnieuws 25 juli 2014). Dit gebeurt ook niet met bij voorbeeld varkens en kippen.
Wij zijn, zoals eerder aangeboden, graag bereid om met u hierover van gedachten te wisselen.
Wij zouden dat zeer op prijs stellen.