Veel mensen denken dat zij door kweekvis te eten de vissen in de zee met rust laten. Niets is minder waar. Jaarlijks wordt circa 5,5 miljoen ton zeevis tot vismeel verwerkt ten behoeve van de viskwekerijen. Het betreft meestal kleine visjes van 10 tot 30 gram die in enorme hoeveelheden uit de zee worden gevist en die net zoals de grotere vissen op de gebruikelijke pijnlijke wijze worden gevangen en aan hun eind komen.
In de viskweeksector probeert men wel het percentage vis in het voer terug te brengen, maar dat lukt maar zeer ten dele. Er zijn vissen die zich in gevangenschap niet voortplanten. Dit is bijvoorbeeld bij de paling het geval. Voor de viskweek moeten dan ook jaarlijks miljoenen aaltjes uit de zee worden weggevangen. De viskwekerijen bevinden zich zowel op het land als in open water. Op het land worden de kweekvissen gehouden in vijvers of betonnen bakken, in open water worden ze gehouden in segmenten die door netten worden omsloten. De vissen worden in grote dichtheden gehouden, waardoor het toedienen van antibiotica tegen ziektes noodzakelijk is. Dit leidt evenals bij de veehouderij tot een verhoogd risico voor resistente bacteriën bij dier en mens. In viskwekerijen leven de vissen, in een volstrekt onnatuurlijk milieu. Er is veel te weinig bekend van wat de normale gedragspatronen zijn van de gehouden vissen en dat gedrag kunnen ze ook vaak niet vertonen. Voor de vissen is er weinig te beleven en ze worden niet voor uitdagingen gesteld.. Verder kunnen ook genetische manipulatie en het gebruik van biotechnologie (bijvoorbeeld voor geslachtsbeïnvloeding) grote nadelige welzijnsgevolgen hebben. Dat geldt ook voor laten vasten van vissen voor de slacht en voor het transporteren, ondermeer naar de plek waar ze gedood worden. In Nederlandse viskwekerijen worden de meeste vissen nu eerst bedwelmd en vervolgens gedood op een acceptabele wijze. Elders in Europa is dat helaas nog niet het geval.
De huidige gangbare viskwekerijen moeten vanwege de aantasting van het welzijn van de gehouden vissen, zeker wereldwijd gezien, op één lijn gesteld worden met de bio-industrie. De viskweek neemt steeds grotere vormen aan. Mondiaal wordt jaarlijks ruim 30 miljoen ton kweekvis geproduceerd. Aan de verbetering van het welzijn van de vissen doet deze sector nog bitter weinig. Ook het keurmerk van de Aquacultural Stewardship Council (ASC) voor duurzaam geproduceerde kweekvis, besteedt geen aandacht aan het welzijn van de kweekvissen en ook niet aan de manier waarop ze worden gedood. Er wordt in een EU-project onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van een snelle elektrische bedwelming van vissen zowel voor zeevissen als voor kweekvissen. Het onderzoek richt zich op het doden van paling, tilapia, zeebaars en tarbot. Het is uitgangspunt is hierbij dat vissen, voorafgaand aan het doden, net zo snel verdoofd moeten als landbouwhuisdieren, dwz. binnen één seconde. Er is na jaren van onderzoek bedwelmingsapparatuur ontwikkeld om gekweekte palingen en meervallen binnen één seconde electrisch te bedwelmen en vervolgens te doden. Het is de bedoeling om deze bedwelming vooraf in Nederland verplicht te stellenDe productie en consumptie van kweekvis gaan met veel dierenleed gepaard, waarvan de duur in tijd kan worden uitgedrukt . Voor bijvoorbeeld 1 kilo zalm is circa 3,5 kilo zeevis als voer nodig. Voor een klein hapje zalm van slechts 6 gram is dus een ansjovisje van 20 gram nodig en voor een kweekzalm van 4 kilo is dan 14 kilo zeevis nodig. Als we uitgaan van vissen van 100 gram – de meeste vissen die voor visvoer gebruikt worden zijn veel lichter, circa 10 tot 20 gram -, dan zijn er 140 vissen van 100 gram nodig om een kweekzalm van 4 kilo te produceren. Als we er minimaal van uitgaan dat deze vissen een doodstrijd van 5 tot 6 minuten voeren, dan komen we op een totaal van 770 minuten oftewel 13 uur doodstrijd van vissen voor de productie van een zalm van 4 kilo (Worse things happen at sea. The welfare of wild-caught fish (p. 80).

De huidige gangbare viskwekerijen moeten vanwege de aantasting van het welzijn van de gehouden vissen, zeker wereldwijd gezien, op één lijn gesteld worden met de bio-industrie. De viskweek neemt steeds grotere vormen aan. Mondiaal wordt jaarlijks ruim 30 miljoen ton kweekvis geproduceerd. Aan de verbetering van het welzijn van de vissen doet deze sector nog bitter weinig. Ook het keurmerk van de Aquacultural Stewardship Council (ASC) voor duurzaam geproduceerde kweekvis, besteedt geen aandacht aan het welzijn van de kweekvissen en ook niet aan de manier waarop ze worden gedood. Er wordt in een EU-project onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van een snelle elektrische bedwelming van vissen zowel voor zeevissen als voor kweekvissen. Het onderzoek richt zich op het doden van paling, tilapia, zeebaars en tarbot. Het is uitgangspunt is hierbij dat vissen, voorafgaand aan het doden, net zo snel verdoofd moeten als landbouwhuisdieren, dwz. binnen één seconde. Er is na jaren van onderzoek bedwelmingsapparatuur ontwikkeld om gekweekte palingen en meervallen binnen één seconde electrisch te bedwelmen en vervolgens te doden. Het is de bedoeling om deze bedwelming vooraf in Nederland verplicht te stellenDe productie en consumptie van kweekvis gaan met veel dierenleed gepaard, waarvan de duur in tijd kan worden uitgedrukt . Voor bijvoorbeeld 1 kilo zalm is circa 3,5 kilo zeevis als voer nodig. Voor een klein hapje zalm van slechts 6 gram is dus een ansjovisje van 20 gram nodig en voor een kweekzalm van 4 kilo is dan 14 kilo zeevis nodig. Als we uitgaan van vissen van 100 gram – de meeste vissen die voor visvoer gebruikt worden zijn veel lichter, circa 10 tot 20 gram -, dan zijn er 140 vissen van 100 gram nodig om een kweekzalm van 4 kilo te produceren. Als we er minimaal van uitgaan dat deze vissen een doodstrijd van 5 tot 6 minuten voeren, dan komen we op een totaal van 770 minuten oftewel 13 uur doodstrijd van vissen voor de productie van een zalm van 4 kilo (Worse things happen at sea. The welfare of wild-caught fish (p. 80).