Tekst: Danny Haelewaters
Inleiding
… en zelfs al hadden ze tranen, we zouden er geen oog voor hebben, verknocht als we zijn aan een stukje zalm of forel op ons bord, liefst tweemaal per week. De meest voorkomende reden voor het aannemen dat vissen geen pijn voelen is dat vissen niet kunnen schreeuwen. De wetenschappelijke onderbouwing van deze stelling is nihil; de maatschappelijke impact daarentegen enorm.
Vissen bevolken al 450 miljoen jaar lang de oceanen. Al miljoenen jaren leven zij in hun vrije wereld, weliswaar bedreigd door natuurlijke vijanden zoals grotere vissen, zeezoogdieren en roofvogels. Veel erger zijn de bedreigingen waarmee ze de laatste decennia te kampen hebben gekregen. Het water waarin ze leven raakt meer en meer vervuild door huishoudafval, drijfhout, pesticiden, afval uit rioleringen, PCB’s, plastic, bodemdeeltjes, sigaretten, dioxines, hormonen, kwik, lood, cadmium, brandvertragers, radioactieve lozingen, koelwater van kerncentrales, olie, persistent organic pollutants, fosfaten, nitraten, enzovoort. We mogen in dit verband ook zeker de geluidspollutie niet vergeten! Maar de grootste bedreiging is de massale visvangst. Jaarlijks worden minstens duizend miljard vissen gevangen (1). Voor een heel aantal vissoorten is het vijf voor twaalf. Van deze soorten zijn ondertussen zoveel exemplaren gevangen dat het bijna te laat is om de soort nog te behoeden voor uitsterving. 90% van alle roofvissen, die erg belangrijk zijn voor de gezondheid van het ecosysteem, is inmiddels verdwenen (2).
Gezonde vis?
Vis eten is niet zo gezond als sommigen durven beweren. Essentiële meervoudig-onverzadigde vetzuren uit vette vis leveren mogelijk een bijdrage aan het veroorzaken van hart- en vaatziekten. Anderzijds hebben vissen (en schaaldieren) de intrinsieke eigenschap om vervuilende stoffen zoals zware metalen uit hun omgeving te absorberen en op te slaan in het vetweefsel en de lever. Roofvissen die kleinere soorten eten stapelen meer gifstoffen op. Het is eenvoudig: hoe hoger in de voedselketen, hoe meer gifstoffen opgestapeld worden. De consumptie van vis zorgt met andere woorden voor een nutritioneel-toxicologisch conflict (3). De oceanen zijn decennialang de ideale stortplaatsen en vuilnisbakken geweest voor allerlei afval; ondertussen wordt het duidelijk dat dit gevolgen heeft voor al wat in het water leeft. Het probleem is dat er maximaal toegestane hoeveelheden dioxines, pcb, methylkwik en andere gevaarlijke stoffen aangegeven worden, maar dat de combinaties van de toegestane hoeveelheden gifstoffen in veel gevallen tot allerlei soorten kanker leiden (4, 5).
Vissenleed
Daarnaast zijn er andere bezwaren die de massale jacht op vissen afkeuren. Vissen zijn, net zoals wij mensen, gewervelden met hersenen en een goed ontwikkeld centraal en perifeer zenuwstelsel. Wie heeft ooit het idee doen ontstaan dat vissen geen pijn zouden voelen? Ze worden op de meest dieronvriendelijke manieren gevangen in zee, waarna ze hardhandig op het dek van een vissersboot worden gesmeten. Dan worden ze op ijs gegooid, waar het uren duurt vooraleer ze sterven door vrieskou of aan zuurstofgebrek (dus verstikking). Het onderkoelen van de Afrikaanse meerval bij bewustzijn, bijvoorbeeld, leidt tot enorme stresssituaties: er is sprake van een extreem hoge hartslag (tussen de 294 en 311 slagen per minuut) en er kunnen spierkrampen voorkomen gedurende 4,7 minuten (6). Volgens het wetenschappelijke rapport over vissenwelzijn Worse things happen at sea: the welfare of wild-caught fish (zie ook dit artikel) hebben vissen tussen 55 en 250 minuten nodig om bewusteloos te raken (1). Wat vissen ervaren in die 55 à 250 minuten durende lijdensweg is een van de hamvragen in het huidige wetenschappelijke onderzoek naar het welzijn van vissen, naast de ontwikkeling van minder wrede dodingmethoden.
Maatschappijvisie
Tegenwoordig is voedsel meer geworden dan hetgeen op je bord ligt alleen. We spreken over een totaalconcept, met inbegrip van ethische, milieu- en welzijnsaspecten. Als we het hebben over dieren op het land, vindt iedereen dat niet meer dan normaal. Voor vissen ligt dat helaas anders. Er werd tot nog toe veel minder onderzoek verricht naar het welzijn van vissen dan naar dat van hogere vertebraten. Onder druk van beschermings- en andere organisaties, die als paddenstoelen uit de grond rijzen, komt daar de laatste jaren stilaan verandering in. Dit kan alleen maar ten goede komen aan de vissen in het algemeen.
Neuroanatomie voor dummies
Om het hele plaatje te begrijpen hebben we enige kennis nodig van de neuroanatomie van vissen. Als vertebraten hebben zowel zoogdieren, vogels als vissen dezelfde algemene hersenstructuur. Vissen hebben dus evengoed voorhersenen (met een telencephalon en diencephalon), middenhersenen (mesencephalon) en achterhersenen (rhombencephalon). De vissenhersenen verschillen erin kleiner te zijn ten opzichte van de lichaamsgrootte en structureel minder complex te zijn. Bij zoogdieren bestaat een deel van de hersenschors uit zes lagen. Dit deel wordt de neocortex genoemd; evolutionair gezien is het ook het nieuwste deel van de cortex (Grieks: neos = nieuw). De neocortex is betrokken bij de hogere functies, zoals zintuiglijke waarneming en bewuste bewegingen.
Precies omdat vissen deze neocortex niet bezitten, wordt vaak gedacht dat zij daarom geen pijn kunnen waarnemen (7). Dit wordt echter tegengesproken door het Panel on Animal Health and Welfare (8). Eén hersenfunctie kan worden bediend door verschillende structuren in verschillende dierengroepen. Zo verschillen vogels en zoogdieren in het verwerken van visuele prikkels. Bij zoogdieren gebeurt dat in de hersenschors; vogels hebben daarvoor het tectum opticum in de middenhersenen. Een ander voorbeeld: de hersenen van dolfijnen, geen onaardige dieren wat intelligentie betreft, werken op een fundamenteel andere manier dan die van primaten. Beiden hebben nochtans enorme cognitieve mogelijkheden.
Het is dus best mogelijk dat delen van de vissenhersenen zich hebben ontwikkeld tot functionele analogen van die structuren die bij hogere gewervelde dieren pijn en angst regelen. Zulke structuren zijn reeds waargenomen. Zo worden bepaalde hersengebieden bij regenboogforellen en goudvissen geactiveerd na schadelijke prikkels zoals een speldenprik (9). Andere recente studies hebben structuren van het telencephalon bij beenvissen (Teleostei) geïdentificeerd die dezelfde functie hebben als de amygdala en de hippocampus bij zoogdieren (10), twee essentiële organen met betrekking tot emoties, angst en opslag van kennis. Nog zo’n belangrijke hersenstructuur is de thalamus, gelegen in het diencephalon. Nu mag de hele hersenschors beschadigd geraken, nooit zal het gehele bewustzijn verloren gaan. Dat gebeurt alleen als de thalamus beschadigd is. De thalamus ontvangt de informatie van de zintuigen en stuurt deze door naar de hersenschors; het fungeert dus als belangrijk knooppunt. De thalamus is een, evolutief gezien, heel oude hersenkern die álle gewervelden bezitten; vissen dus ook. Met die thalamus zijn vissen zich dus wel degelijk bewust van wat er met hen gebeurt.
‘To say that a fish cannot feel pain because it doesn’t have a neocortex is like saying it cannot breathe because it doesn’t have lungs.’
– John Webster, professor emeritus aan de Universiteit van Bristol
Onderzoekers aan de Universiteit van Edinburgh hebben aangetoond dat vissen reageren op pijnprikkels. Dit uit zich voornamelijk in een verstoring van het normale voedselpatroon. Toediening van schadelijke stoffen aan de lippen van de regenboogforel beïnvloedt zowel de fysiologie als het gedrag van het dier, resulterend in een versnelling van de ademhaling, het stoppen met eten en ander afwijkend gedrag (11).
Bewuste pijn?
Het verhaal is helaas niet ten einde. We weten meer niet dan wel over pijnervaring bij vissen. Sommige onderzoekers zijn erg kritisch over eerder verschenen publicaties omtrent dit onderwerp; deze kritieken hebben dan meestal betrekking op wat pijn precies is. Het louter reageren op schadelijke prikkels wordt beschouwd als nociceptie, niet als pijn. Volgens de International Association for the Study of Pain is pijn ‘a conscious sensory and emotional experience associated with actual or potential tissue damage, or described in terms of such damage’. Nociceptie daarentegen gebeurt dan weer volkomen onbewust. Kan dit ons geweten sussen als we miljarden vissen urenlang laten lijden aan de haak?
Op zich is het legitiem om hierover te filosoferen, maar we dienen ons ook wel te realiseren dat het wetenschappelijk erg moeilijk is om hard te bewijzen dat baby’s al pijn kunnen ervaren in de baarmoeder. Braithwaite schrijft hierover wanneer ook zij begint te filosoferen over vissenpijn (12). Er was ooit een tijd dat ongeboren en zeer jonge baby’s onverdoofd bepaalde medische handelingen moesten ondergaan. De pijnervaring van deze baby’s werd niet duidelijk aantoonbaar geacht. Laat staan van dieren, die veel verder afstaan van de volwassen mensen dan baby’s.
Conclusie
Vissen zijn gewervelde dieren met een goed ontwikkeld centraal zenuwstelsel. Bij sommige soorten zijn er zelfs al hersendelen aangetoond die analoog zijn aan wat bij ons pijn en angst reguleert. Vissen vertonen ook duidelijke reacties op negatieve prikkels. Deze dieren verdienen het allerminst om de huidige standaard dodingmethoden te ondergaan. Dat ze niet kunnen schreeuwen of huilen mag geen argument zijn om zomaar elke gruwelmethode toe te passen.
Bronvermelding:
(1) Mood A, 2010. Worse things happen at sea: the welfare of wild-caught fish. Fishcount.org. uk: 1-139.
(2) Winkel D, 2009. De Huilende Zee. Elmar, Rijswijk (Nederland): 1-289.
(3) Sioen I, 2007. The Nutritional-Toxicological Conflict related to Seafood Consumption. Phd Thesis, Universiteit Gent.
(4) Lunder S & Sharp R, 2003. Tainted catch: Toxic fire retardants are building up rapidly in San Fransisco Bay fish – and people. Environmental Working Group Report, July 30, 2003: 1-49.
(5) Steingraber S, 1997. Living Downstream: An Ecologist’s Personal Investigation of Cancer and the Environment. Da Capo Press, 1-440.
(6) Van de Vis JW & Lambooij E, 2004. Ontwikkelen van een welzijnsvriendelijke slachtmethode voor de Afrikaanse meerval (Clarias gariepinus). RIVO Rapport C035/04, Nederlands Instituut voor Visserijonderzoek (RIVO), IJmuiden (Nederland): 1-44.
(7) Rose JD, 2002. The Neurobehavioral Nature of Fishes and the Question of Awareness and Pain. Reviews in Fisheries Science 10 (1): 1-38.
(8) AHAW, 2009. General approach to fish welfare and to the concept of sentience in fish. The EFSA Journal 954: 1-26.
(9) Dunlop R & Laming P, 2005. Mechanoreceptive and nociceptive responses in the central nervous system of goldfish (Carassius autatus) and trout (Oncorhynchus mykiss). Journal of Pain 6 (9): 561-568.
(10) Portavella M, Vargas JP, Torres B & Salas C, 2002. The effects of telencephalic pallial lesions on spatial, temporal, and emotional learning in goldfish. Brain Research Bulletin 57 (3-4): 397399.
(11) Sneddon LU, Braithaite VA & Gentle MJ, 2003. Do fishes have nociceptors: evidence for the evolution of a vertebrate sensory system. Proceedings of the Royal Society: Biological Sciences 270 (1520): 1115-1121.
(12) Braithwaite VA, 2010. Do fish feel pain? Oxford University Press, New York: 1-194.
Dit artikel is gepubliceerd in 2011 in het magazine VISinZICHT. Bekijk hier het volledige magazine.