Vissen zijn hoogontwikkelde gewervelde dieren met gevoel en bewustzijn, die pijn en angst kunnen ervaren. Voor de vissen is hengelen dan ook een pijnlijke en levensbedreigende activiteit.
De vishaak, waarmee de vis wordt gevangen, veroorzaakt de eerste verwonding. Ook bij het onthaken, met name bij vishaken met een weerhaak, worden vaak ernstige verwondingen aan de vissenbek toegebracht. Daarnaast veroorzaken vishaken, wanneer ze met het lokvoer worden ingeslikt, dodelijke verwondingen aan de organen van de vis. Uit een enquête van het Nipo in 2002 blijkt dat 69% van de Nederlanders vindt dat de weerhaak verboden moet worden.
Nadat de vissen gevangen zijn, worden ze vaak geruime tijd in leefnetten gehouden voordat ze hun vrijheid terugkrijgen. Deze netten, die in het water hangen, veroorzaken veel stress waardoor de vissen kunnen sterven. Daarnaast kunnen vissen ernstige beschadigingen oplopen aan hun snuit en vinnen, doordat ze proberen te ontsnappen. Door het schuren tegen het leefnet beschadigt een deel van hun schubben en slijmlaag. Dit kan leiden tot infecties en schimmelaantasting, waardoor de teruggezette vis alsnog sterft.
Een ander vaak voorkomend probleem is dat hengelaars de vissen met droge handen aanpakken, waardoor de beschermende slijmlaag aan de hand vastplakt en met de onderliggende huid wordt afgescheurd. Dit is letsel vergelijkbaar met een ontvelling van de menselijke huid. Ook deze beschadigingen kunnen leiden tot ziekte en dood van de vis.
Soms moet de hengelaar met zijn gevangen vis ook nog op de foto. De vis wordt daardoor nog langer – in de lucht! – aan stress blootgesteld.
Is een vis zodanig verwond dat hij niet meer in het water teruggezet kan worden, of is hij voor consumptie bestemd, dan moet het dier op een adequate manier worden gedood. Een vis is pas dood als zijn hersenen niet meer functioneren. De hengelaar moet met een ’visdoder’ (een met lood verzwaard knuppeltje) een paar dusdanig rake klappen geven, vlak achter de ogen, boven op de kop, dat de hersenen blijvend zijn uitgeschakeld. Dat is op zich zelf al gruwelijk, maar veel hengelaars weten bovendien niet hoe je vakkundig een vis moet doden met alle nare gevolgen vandien voor de vis. Onderstaande filmbeelden tonen hiervan enkele voorbeelden.
Bij viswedstrijden gaat het erom in een beperkte tijd zoveel mogelijk vissen te vangen. Door het wedstrijdelement wordt er vaak minder zachtzinnig met de vissen omgesprongen. Vissen worden ruw op de kant getrokken en onthaakt, vislijnen breken af en haakjes met aas worden ingeslikt.
[accordion]
[acc_item title=”Wetenschap: vissen beschikken over bewustzijn en gevoel“]
Vissen verzetten zich heftig wanneer zij aan de haak geslagen worden. Ze zwenken met hun lichaam in allerlei richtingen, schudden heftig met de kop, spuwen gas en proberen te vluchten. De Nederlandse onderzoekers Verheijen en Buwalda constateerden op grond van deze gedragingen al in 1986 dat vissen pijn en angst ervaren wanneer zij aan de haak geslagen worden. In 2003 toonden de onderzoekers van het Roslin-instituut en de universiteit van Edinburgh, Lynne U. Sneddon, Victoria A. Braithaite en Michael J. Gentle, de aanwezigheid van pijnreceptoren rond de bek en op de kop van vissen aan. Zie hiervoor het artikel: ’Do fishes have nociceptors: evidence for the evolution of a vertebrate sensory system’, Proceedings of the Royal Society B, (2003).[/acc_item]
[acc_item title=”Nipo Enquête“]
Uit een enquête van het Nipo over de houding van de Nederlanders tegenover de sportvisserij, in mei 2002 uitgevoerd in opdracht van de Stichting Vissenbescherming onder ruim 1.000 Nederlanders, blijken er bij de meerderheid van de Nederlanders ernstige bezwaren tegen het hengelen te bestaan.
Interessant, maar niet onverwacht, is dat vrouwen zich kritischer opstellen tegenover het hengelen dan mannen. Ook de bevolking van de drie grote steden, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, toont volgens de enquête meer compassie met de vissen dan de rest van de bevolking. De enquête logenstraft de door hengelorganisaties en overheden verkondigde mening dat het hengelen een maatschappelijk geaccepteerd verschijnsel is. Het feit dat er geen meerderheid voor een verbod op het hengelen aanwezig is, betekent immers nog niet dat deze ook maatschappelijk geaccepteerd wordt, laat staan dat deze door de overheid dient te worden bevorderd.
Hieronder volgt een korte samenvatting van de enquête:
1. Wanneer een vis gevangen wordt dan voelt hij niks
eens: 9% oneens: 70 geen mening: 21%
2. Wanneer een vis gevangen wordt dan voelt hij pijn
eens: 61% oneens: 15% geen mening: 24%
3. Wanneer een vis gevangen wordt dan voelt hij angst
eens: 53% oneens:16% geen mening: 31%
4. Wanneer een vis gevangen wordt dan voelt hij stress
eens: 49% oneens: 21% geen mening: 31%
5. Wanneer een vis gevangen wordt dan loopt hij verwondingen op
eens: 81% oneens: 13% geen mening: 5%
6. Het is acceptabel dat vissen bij het hengelen worden verwond
eens: 19% oneens: 74% geen mening: 7%
7. De weerhaak aan de vishaak moet worden verboden
eens: 69% oneens: 19% geen mening: 12%
8. Hengelen is een diervriendelijke vrijetijdsbesteding
eens: 15% oneens: 75% geen mening: 9%
9. Hengelen is een geschikt middel om kinderen respect voor dieren bij te brengen
eens: 17% oneens: 73% geen mening: 10%
10. Het hengelen door kinderen moet worden verboden
eens: 39% oneens: 49% geen mening: 12%
11. Het hengelen door volwassenen moet worden verboden
eens: 27% oneens: 62% geen mening: 11%
[/acc_item]
[acc_item title=”Enquête Motivaction 2014“]
In december 2013 is door onderzoeksbureau Motivaction in opdracht van Stichting Vissenbescherming en Dierenbescherming Amsterdam een enquête gehouden over de hengelsport. Een meerderheid van de Nederlanders meent dat vissen pijn, angst en stress ervaren en verwondingen oplopen tijdens het hengelen. Zij zijn overwegend van mening dat het hengelen geen diervriendelijke bezigheid is en geen geschikt middel is om kinderen respect voor dieren bij te brengen. Slechts 10% van de ondervraagden meent dat vissen vanwege het hengelen geen angst, pijn en stress ervaren en geen verwondingen oplopen.
Vergeleken met een enquête over hetzelfde thema uit 2002 valt het op dat het percentage Nederlanders dat meent dat de vissen bij het hengelen geen letsel oplopen of vindt dat dit geen bezwaar is, is gedaald is van 15 naar 10%.
Opmerkelijk in de uitkomst van de enquête is dat ondervraagden aan het eind van de enquête, na te hebben nagedacht over de mogelijke nadelige effecten van het hengelen voor de vissen, desgevraagd hun mening bijstelden. Ze vinden het hengelen minder vaak een diervriendelijke vrijetijdsbesteding (van 18 naar 13%) en vinden vaker dat het hengelen door volwassenen (van 14 naar 21%) en door kinderen (van 18 naar 26%) verboden moet worden.
Klik hier om de enquete in te zien.
[/acc_item]
[acc_item title=”Midas Dekkers: Dieper dan een vis kun je nauwelijks zinken“]
[/acc_item]
[acc_item title=”Kinderen“]
Het georganiseerde hengelen heeft zich de afgelopen jaren veel moeite getroost om kinderen enthousiast te maken voor het hengelen. Zij dient zich hierbij af te vragen of het wel ethisch juist is om kleine kinderen er toe te bewegen vissen te gaan vangen. Die vraag mogen trouwens ook de ouders van kinderen aan zichzelf stellen. Vaak wordt gezegd dat het hengelen een goede manier is om de kinderen kennis te laten maken met de natuur, maar dat is dan toch een weinig diervriendelijke manier. Kinderen wordt in feite aangeleerd dat je dieren voor je plezier mag verwonden. Dat is pedagogisch niet de manier om kinderen respect voor de natuur en de dieren bij te brengen. Uit een NIPO-enquête uit 2002 blijkt 73% van de Nederlandse bevolking de hengelsport geen geschikt middel te vinden om kinderen respect voor dieren bij te brengen.
Wij hopen dat de sportvissers en de ouders van kinderen zich meer gaan realiseren dat het beschadigen van vissen zonder noodzakelijk doel ethisch niet te verantwoorden is. Dat doet men tegenwoordig immers ook niet bij andere dieren zoals paarden, katten en honden. Waarom dan wel bij vissen? Wij hopen dat ook onderwijzers en gemeentebestuurders hierbij willen stilstaan, want zij werken vaak mee aan de bijeenkomsten op school en dorpsfeesten, die de sportvissers voor kleine kinderen organiseren.
[/acc_item]
[acc_item title=”Vogels“]
Een ernstig gevolg van het sportvissen waar weinig hengelaars aan denken, is de vogelsterfte. In veel (water)vogels worden namelijk vishaken en vislood aangetroffen. De vogels pikken de loodbolletjes op die ze aanzien voor steentjes of grit. Het lood lost langzaam in de maag op en komt via het bloed in de rest van het lichaam terecht, waardoor de vogels een pijnlijke dood sterven. Soms zit aan de loodbolletjes nog een stuk vislijn. Wanneer de vislijn ergens achter blijft haken sterft de vogel een ellendige (honger)dood. De vogelasielen worden regelmatig met de slachtofffers geconfronteerd.
Verslag Ann van Briemen, beheerster Vogelopvangcentrum Zaanstreek
”Ik heb 38 jaar vogels verzorgd en niemand heeft wat aan dat vissen, dat afschuwelijke dierenleed gedaan! Helaas, mensen maken altijd ruzie met me als ik over vis”sport” begin. Het is gewoon walgelijk. Het zijn niet alleen de vissen die last hebben, maar watervogels, zelfs kikkers heb ik hier gehad met die rottige haken in hun bekjes of poten. Een pas geboren zwaantje met zo een ding door zijn snavel en tongetje. Ik durf te zeggen dat in de jaren dat wij vogels helpen, we zeer zeker meer dan anderhalf duizend vogels met vishaken hebben gehad. Een aantal voorbeelden:
Een kapmeeuwtje totaal verhongerd: de vishaak zat in zijn tong en de lijn van ca. anderhalve meter was rond zijn nek en onder en rond de poten. Eén pootje was bijna afgerot. Ik moest hem laten inslapen.
De zwaan die een kluwen visdraad had doorgeslikt met het eten van riet. De draad was in een kluwen gaan zitten in zijn keel, waardoor het riet en ander voedsel daarin was komen vastzitten. Zijn hele nek en keel zat vol rottend voedsel. Ik heb het er uit kunnen halen: 5,5 meter vislijn.
Een zilvermeeuw van het strand met een vishaak waar je een haai mee kan vangen.
Een spreeuw die een haak met een stuk lijn had ingeslikt. Deze konden we niet redden.
Gelukkig hebben we veel dieren wel kunnen redden, maar wat een leed. Ik zie het zelf: kleine kinderen van hooguit vijf jaar met papa effetjes een visje vangen. Jongetje dat lief zit te vissen tot een vriendje langskomt, dan is het vissen over, ze gaan spelen, lijn en haak liggen nog te water. Later komen ze bij mij: ”Mevrouw, ik heb een zielig eendje. Ja, je kan er donder op zeggen, een zielig eendje. Ze doen het simpel: brood aan de haak en vangen. Voor mij is vissen geen sport, het is zuiver dierenmishandeling. Kinderen beneden de 16 jaar zouden niet mogen vissen.
Ik heb een man gezien met een paling van ca. 50 cm uit het zoete water van de Braaksloot in Zaandam. De haak zat diep. Hij zat te trekken en te scheuren, de haak kwam niet los. Het lijfje kronkelde rond zijn hand. Ik heb hem toegeschreeuwd dat hij het dier moest doden, maar niet doen hoor, hij heeft zeker vijf minuten zitten trekken. Toen was de haak los met stukken vlees van de keel er aan vast. Hij heeft hem in de emmer gedaan en meegenomen met de rest naar huis, maar niet nadat hij mij alle mooie namen van de wereld naar het hoofd had geslingerd.
Ik kan blijven doorgaan, maar dan wordt u die dit leest er misschien doodziek van. Stoppen met vissen! En als je het perse moet, doe het dan zo diervriendelijk mogelijk met een vishaak zonder weerhaak (gewoon met een tangetje de weerhaak platknijpen!) en ruim ook je pilsflesjes en blikjes, je colablikjes, je frietpapier en bakjes en je prikkertjes, je lijn die kapot is, je haken en de rest van je spullen op.”
[/acc_item]
[acc_item title=”Folder“]
Indien u anderen over dit onderwerp wilt informeren, kunt u gebruik maken van foldermateriaal. U kunt hiervoor contact opnemen met ons en dan sturen wij u de folders toe.
[/acc_item]
[/accordion]