We ontvingen onlangs een klacht over de huisvesting van een goudvis in een kleine ronde kom. De kom stond in een drukke souvenirwinkel ergens in een dorp aan de Noord-Hollandse kust. We zijn daar zelf heengegaan om de situatie in ogenschouw te nemen.
De goudvissenkom stond achterin de winkel tussen allerlei verkoopartikelen, had zowel onder als boven een doorsnede van 30 centimeter en was 30 centimeter hoog. Er zwom één goudvis in met een lengte van ruim 15 centimeter. De vis kon daardoor niet vooruit zwemmen, maar alleen rondjes draaien langs het glas van de kom.
Voor de kom lag een kaartje op tafel met de volgende tekst:
Onze vis zwemt
Al meer dan 4 jaar
in Sylt
Op tijd gevoerd
Op tijd schoon water
En heel veel liefde
OP AFSTAND
houden hem
vrolijk en gezond
Het is duidelijk dat de eigenaar van de winkel ervan overtuigd is dat zijn goudvis het in die kom helemaal naar de zin heeft. Mogelijk heeft hij naar aanleiding van kritische vragen van zijn klanten alvast op het kaartje zijn verweer opgeschreven. Wij hebben hem om te beginnen een brief geschreven waarin we proberen uit te leggen dat het niet voldoende is om een vis dagelijks van vers water en voedsel te voorzien. Ook de huisvesting is van groot belang, omdat die bepaalt in welke mate de vis zijn natuurlijke gedrag kan vertonen. Het is overduidelijk dat in het onderhavige geval de krappe huisvesting het welzijn van de vis in ernstige mate schaadt. De vis kan zijn hele leven lang niet normaal een stuk vooruit zwemmen, niet zijn omgeving verkennen en zich niet op een veilige, beschutte plek terugtrekken.
Er zijn in Nederland helaas geen wettelijke voorschriften voor die huisvesting. Er zijn echter wel de aanbevelingen van het LICG, het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren, waarin onder andere overheid, dierenbeschermingsorganisaties, de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, de Universiteit Wageningen alsmede de Dibevo, de overkoepelende organisatie voor de dierenspeciaalzaken, vertegenwoordigd zijn. De LICG adviseert voor goudvissen een aquarium van minimaal 100 centimeter lengte te gebruiken, ‘maar pas in een groter aquarium zal de goudvis tot zijn volle afmetingen door kunnen groeien’. Onder aquariumhouders wordt inderdaad als praktische vuistregel voor de lengte van het aquarium tienmaal de lengte van de vis gehanteerd. Dan kom je in het geval van deze goudvis uit op een lengte van anderhalve meter. Verder merkt de LICG op dat ‘goudvissen graag gezelschap van andere vissen’ hebben.
Wij hebben de eigenaar van de goudvis inmiddels geschreven wat deze goudvis in zijn piepkleine behuizing allemaal moet missen en hebben hem verzocht om die aan te passen aan de adviezen van het LICG.
Wij roepen mensen op om dergelijke gevallen van slechte huisvesting aan ons door te geven: info@vissenbescherming.nl.
Dit artikel is gepubliceerd in 2016 in het magazine Vissenwelzijn. Bekijk hier het volledige magazine.